Als je een zak met belastinggeld krijgt, moet je dat geld goed besteden, vindt Arjen van Vliet. Hij is projectmanager Nationaal Programma Onderwijs (NPO) bij de Universiteit Utrecht (UU) en steekt het geld in het inhalen van groei, ontwikkeling en sociale binding van studenten. Hij vertelt hoe en waarom.

Elke onderwijsinstelling in Nederland heeft geld gekregen om achterstanden weg te werken en het welbevinden van leerlingen/studenten te verbeteren. Hoe bepaal je wat je met zo’n zak geld doet? “Bij ons kon iedereen een plan indienen, waarna we het geld hebben verdeeld. Een deel is naar de halvering van het collegegeld voor dit schooljaar gegaan. Zelf heb ik gekeken naar een makkelijke manier waarop je studenten meer inzicht kunt geven in zichzelf, zodat ze die kennis kunnen gebruiken als ze een baan zoeken. Als ze willen, kunnen ze daar ook coaching en training bij krijgen.”

Hebben ze daar behoefte aan?

“Veel studenten willen een traineeship doen. Daarin zit vaak een analyse van jezelf als
nulmeting. Als je niet de mazzel hebt om een traineeship te doen, is zo’n nulmeting ook fijn. Misschien lukt het je daardoor wel om jezelf beter te pitchen. De afgelopen periode was niet makkelijk voor veel studenten; ze hebben wat in te halen op het gebied van groei, ontwikkeling en sociale binding. Wij willen de beste kansen creëren voor de mensen die straks de arbeidsmarkt op gaan.”

Hoe kwam je uit bij TMA?

“Ik heb meerdere aanbieders vergeleken en TMA was de enige partij die ons niet verplichtte tot het afnemen van gesprekken. Wat wij wilden - en kregen - is een platform voor studenten waar ze inzicht krijgen in zichzelf dankzij de talentenanalyse en oefeningen en tips. Wie verdieping wil, kan ook meedoen aan online sessies
waarin je leert hoe je TMA inzet als je solliciteert.”

Was het lastig om je collega’s en het bestuur mee te krijgen?

“Niet echt. Want A, je weet dat veel mensen testen wel leuk vinden en B, de TMA Talentenanalyse is een goede test. En dan nog het feit dat je het altijd en overal kunt doen en als ze vervolgens in gesprek willen over de analyse is dat ook nog mogelijk. Ik
heb zeven jaar geleden Career Services opgezet binnen de UU, omdat we veel geld
krijgen om in het onderwijs te stoppen, maar er toen nog wat minder aandacht was voor de periode ná het afstuderen. Terwijl je natuurlijk niet alleen goed wilt opleiden, maar ook wilt dat alumni daarna een goede baan vinden. Dan is het fijn als je iets kunt doen om te zorgen dat ze straks snel op de juiste plek belanden.”

Hoe is het concept door de studenten ontvangen?

“We zijn pas net begonnen, maar in twee weken tijd zaten we toch al op
400 afgeronde analyses. Dat gaat hard. Ik verwacht dat het wat afzwakt, omdat
de studenten nu vol in hun scriptie zitten, maar in de zomer trekt het weer aan. De reacties zijn positief; studenten geven aan dat ze het leuk vinden om de analyse te maken en het fijn vinden dat ze het resultaat via de deelknop makkelijk met anderen kunnen delen. Ook krijg ik terug dat ze het prettig vinden dat het rapport ze andere woorden geeft om zichzelf te omschrijven, waardoor ze er voor hun gevoel eerder uitspringen tijdens een sollicitatieprocedure.”

Wat levert het de studenten verder op?

“Het is voor hen een laagdrempelige manier om meer inzicht te krijgen
in zichzelf en daarmee beter beslagen ten ijs te komen op de arbeidsmarkt. De eerste stap - het invullen van de TMA Talentenanalyse - is digitaal. Vervolgens kunnen ze meteen, of juist later, aan de slag met de inzichten die ze krijgen. Ze kunnen hun eigen rapport altijd inzien. Dus ook als ze pas over een half jaar toe zijn aan coaching en training op een bepaald vlak, kunnen we ze daarbij helpen. We zien nu dat de studenten die een eerste online sessie hebben gevolgd - waarin ze toelichting krijgen op hun rapport - ook een tweede sessie - waarin ze horen hoe ze de bevindingen kunnen inzetten als ze op zoek gaan naar een baan - volgen.”

Zelf heb je ook een talentenanalyse gedaan. Waren de uitkomsten verrassend of naar verwachting?

“De analyse komt behoorlijk in de buurt met hoe ik mezelf zie. Zo ben ik vrij doelgericht, waardoor ik veel gedaan krijg. Mijn valkuil is dan weer dat ik niet altijd iedereen goed meeneem in het proces. Iets anders wat ook duidelijk naar voren kwam, is dat ik weinig interne drijfveren heb om leiding te geven. Ik ben lang manager geweest, maar wist intussen al dat ik niet de meeste energie haal uit leidinggeven. Iets ontwikkelen en uitbouwen, innoveren en daarmee voor verbinding zorgen, dat past bij mij. Ik zit dus zeker op mijn plek!”

Meer weten over personal talent development? Neem dan contact op met Hein Piller de Bruijn via hein@tma.nl